Waarom het verstandig is ondernemers met coronaschade ruimschoots te compenseren

Ronald Mulder
6 min readMar 19, 2020
Foto door David Izquierdo via Unsplash

Gisteren werd ik geïnterviewd over de economische gevolgen van de Corona-crisis, en dan specifiek voor zzp’ers. En over wat je daartegen kunt doen, en wat ik van de maatregelen van het kabinet vond. Hier is een samenvatting te vinden. De hoofdlijn van mijn betoog is ongeveer het volgende. Of althans, dat was mijn bedoeling.

Laten we bij het begin beginnen. Wat is eigenlijk, in economische zin, de schade van een crisis, recessie, depressie of hoe je het ook noemt. Die schade is in essentie de gemiste productie. We produceren met zijn allen minder dan we anders zouden doen, dus we hebben minder te verkopen en dus minder inkomsten. We hebben twintig procent van de economie platgelegd; als dat een half jaar duurt missen we dus over heel 2020 tien procent van ons nationale product en ons nationale inkomen.

Op zich is dat geen ramp. Als dat alles is, hebben we een ongekend slecht jaar, maar in het najaar heeft iedereen de draad weer opgepakt en in 2021 zitten we weer op het oude niveau.

Maar dit is niet alles. Het is slechts het begin. Het is wat we de primaire schok noemen. En deze primaire schok rolt door in de rest van de economie. De werknemers in de getroffen sectoren komen in de ww, hebben minder te besteden, waardoor iemand anders weer minder verdient. Ook de toeleveranciers van de getroffen bedrijven, en de zzp’ers en uitzendkrachten die er regelmatig werkten, lijden schade, en zij geven een deel daarvan weer door aan hún toeleveranciers. Enzovoort, totdat de hele economie er last van heeft. Als het zo ver komt, dan kan de tien procent schade van hierboven ook vijftien of twintig procent worden.

Naarmate een crisis langer duurt, wordt herstel moeilijker en langduriger. Er gebeuren steeds meer onomkeerbare dingen. Bedrijven gaan failliet, contracten lopen af, mensen kunnen hun huur of hypotheek niet meer betalen. Het wordt steeds moeilijker om “de draad gewoon weer op te pakken”.

Dus wat wil je, bij een economische crisis? Wat zouden de doelen van je beleid moeten zijn?

  1. Allereerst dat de primaire schok niet groter is en niet langer duurt dan strikt noodzakelijk.
  2. Vervolgens dat de indirecte effecten niet groter zijn dan strikt noodzakelijk.
  3. En tenslotte dat de negatieve effecten zo veel mogelijk gecompenseerd worden door positieve: bedrijven en sectoren die wél kunnen groeien.

Dat eerste doe je door de bron van de crisis aan te pakken. De bankensector redden, zoals in 2008. Meestal is de bron onduidelijk: iedereen trapt tegelijk op de rem. Of de oorzaak is, wat Nederland betreft, geïmporteerd uit het buitenland. In beide gevallen is er weinig wat je kunt doen en moet je snel door naar stap 2.

Maar in dit geval, bij de Corona-crisis, ligt het anders. Je hebt immers zelf bewust en moedwillig een groot deel van de economie platgelegd en een nog groter deel afgeremd in de strijd tegen het virus. En dat wil je helemaal niet weer aanjagen. Maar je wilt ook niet dat er bedrijven omvallen, want dan worden de indirecte effecten groter en bovendien wordt er productiecapaciteit vernietigd waardoor het herstel straks langer duurt.

De brede indirecte effecten verzachten, dat is wat we gewend zijn en waar we goed in zijn. Meestal kun je op dit gebied alleen maar algemene maatregelen treffen. Kredietlijnen openstellen. Deeltijd-ww verruimen. Dat soort dingen. Maar in dit geval kun je meer doen. Omdat de primaire schok heel specifiek is, is een deel van de secundaire dat ook. De groothandel die dicht is omdat al zijn klanten dicht zijn, de partycateraar die dicht is omdat er geen parties meer zijn en de evenementen-organisator die niets meer te organiseren heeft, zijn allemaal aan te wijzen. Je kunt niet voorkomen dat ze schade lijden. Maar in tegenstelling tot een normale crisis kun je hier nu compensatie bieden en zo zorgen dat de bal niet verder rolt dan nodig.

En ook voor het , ter compensatie van alle krimp, stimuleren van andere bedrijvigheid, kun je in dit verband specifieker zijn. De sectoren die moeten en zullen groeien zijn deels wel aan te wijzen: niet alleen de supermarkten en de medische industrie, maar ook alles wat te maken heeft met regionale productie — en distributienetwerken ter vervanging van de uit elkaar vallende wereldwijde supply chains.

Ook van het algemene stimuleringsbeleid kun je zeggen dat dat is wat we gewend zijn en dat we er goed in zijn. Zowel het kabinet als de ECB hebben al goede maatregelen afgekondigd. Belangrijk, want er zijn altijd bedrijven die wel groeien, en bovendien kan krediet zorgen voor rek in het systeem, zodat schade minder snel doorrolt. Bedenk wel dat stimuleringsbeleid nu minder effectief zal zijn dan anders, omdat veel economische activiteiten domweg niet mogen. Straks, in de herstelfase, als de maatregelen voorbij zijn, wordt dit deel van het beleid belangrijker.

Goed. Dat was wat je — volgens mij — zou moeten doen. Kijken we met die bril op naar de maatregelen die het kabinet heeft aangekondigd, dan moet je concluderen dat het grotendeels prima is. Het pakket doet veel om de primaire schok te beperken en biedt veel ondernemers zekerheid. Het straalt ook uit dat het kabinet zal doen wat nodig is — dat werd er trouwens ook met zoveel woorden bijgezegd. Het kabinet wekt daarmee het vertrouwen dat “het wel goed zal komen” en dat stelt anderen, zoals gemeenten en banken, in staat om (ook) meer te doen dan anders.

Maar er zijn een paar dingen die makkelijk beter kunnen om de primaire en secundaire schade kleiner te maken. En alles wat je daar voorkomt of repareert voorkomt een veelvoud aan indirecte schade. Dus waarom zou je dat niet doen? En je wilt toch al geld in de economie pompen, dus waarom zou je juist hier zuinig zijn?

Het eerste dat beter kan is de vergoeding van de loonkosten van getroffen ondernemers. Dat is heel goed, want je voorkomt dat er bedrijven omvallen en je beperkt de indirecte schade. En het is ook slim om hiervoor het bestaande instrument van de deeltijd-ww te gebruiken, want dat gaat het snelst. Maar waarom dan negentig procent en geen honderd? Ja, iedereen moet pijn lijden, maar de pijn verdelen we later wel, via de belastingen. Hier richt je volkomen onnodig schade aan, in de vorm van indirecte effecten die er niet hadden hoeven zijn. Als de situatie langer duurt, vallen er ook onnodig bedrijven om. De eenmalige uitkering van €4000 ondervangt dat enigszins, maar een ondernemer heeft meer kosten dan alleen personeel, dus die is sowieso nodig.

En het tweede wat beter moet is uiteraard de regeling voor zzp’ers. Zzp’ers die in de problemen komen, mogen soepeler in de bijstand voor tenminste drie maanden, ingaand op 1 maart. Dat is aan de ene kant mooi, want het legt een bodem. Maar het geeft ook een hoop gedoe. Mijn gemeente, Groningen, zal van ongeveer 20.000 mensen moeten vaststellen of ze zzp’er zijn en wat hun inkomen is — want dat moet immers worden aangevuld tot bijstandsniveau. En dat elke maand weer. Staatssecretaris Koolmees heeft al aangekondigd dat het sowieso nog enkele weken duurt tot de regeling gepubliceerd wordt. Dan kan de gemeente pas aanvragen in behandeling gaan nemen. Dus het lijkt me waarschijnlijk dat de zzp’er pas eind mei geld op zijn rekening heeft. Als je echt niets verdient (en voor die groep is de regeling bedoeld!) is dat heel lang. Te lang.

En verder hebben veel zzp’ers hier niets aan, omdat ze nog wel €1500 per maand of zo verdienen, maar dat zou anders drie keer zo veel zijn en ook moeten zijn om de huur, de belastingen, de AOV-premie en de pensioenvoorziening te betalen. Of nog meer, omdat veel zzp’ers in deze maanden normaal gesproken ook het inkomen voor de slappe zomermaanden grotendeels verdienen.

Jawel, ondernemersrisico. Maar er zijn goede redenen om ook deze ondernemersschade snel en ruimhartig te compenseren. Precies waarom je dat bij andere ondernemers ook doet. Om te voorkomen dat de schade doorrolt in de economie, en de sneeuwbal steeds groter wordt. En de kosten om het te repareren steeds hoger. Dus geef op z’n minst ook deze ondernemers een bedrag onvoorwaardelijk, of voor mijn part deels als voorschot of (renteloze) lening. Als het maar snel en makkelijk kan.

Kortom: een prima pakket. Nu nog even weg met moralistische grappen als “10% eigen risico” en “had je maar in loondienst moeten gaan” en dan doen we helemaal wat we moeten doen in economisch opzicht en hoor je mij niet meer zeuren.

--

--

Ronald Mulder

Entrepreneur. Economist. Writer. Blockchain, basic income, social innovation, post-growth economics. Groningen, the Netherlands. www.ronaldmulder.com